Bels lijntje is de naam voor het Nederlandse deel van Spoorlijn 29 tussen Tilburg en Turnhout (31,14 km).

Tot 1865 werd het hele gebied tussen Turnhout en Baarle-Nassau beheerst door uitgestrekte heidevelden. In dat jaar werd gestart met de aanleg van de spoorlijn tussen Turnhout en Tilburg, en werd het station Weelde-Merksplas gebouwd. De spoorlijn werd aangelegd en uitgebaat door de ‘Grande Central Belge’. Hierdoor werd de spoorlijn in de Noord-Brabantse volksmond ‘Bels Lijntje’ genoemd. De verwachtingen over de lijn waren te hoog gespannen. Reeds in de beginjaren bleven de activiteiten beneden het verhoopte peil. De GCB had geen concessie meer om tussen Lier en Turnhout te rijden, alsook door het gereedkomen van de Moerdijkbrug in 1872. In 1898 werd het Nederlandse deeleigendom van de Staatsspoorwegen. Omdat de verbinding Parijs – Amsterdam (via Turnhout-Tilburg) het kortst was, wilde men deze lijn uitbouwen.

In 1906 werd het spoorwegemplacement Weelde-Statie / Baarle-Nassau-Grens in gebruik genomen. Dit emplacement omvatte een stationsgebouw van 167 meter lengte, naar een ontwerp van architect G.W. van Heukelom, douaneloodsen, een locomotievenloods met draaischijf, een reservoir-gebouw en diverse seinwachtershuisjes. Aan beide zijden van de grens lag een rangeerterrein met 24 sporen naast elkaar! Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de lijn door de Duitsers bij de grens met prikkeldraad in tweeën gedeeld, maar na 1918 werd het treinverkeer opnieuw gestart. Stilaan kwam er meer concurrentie van het busverkeer. In 1934 werd het personenvervoer definitief gestaakt.

In 1959 werd het grootste deel van het ‘nieuwe’ stationsgebouw van Baarle-Nassau-Grens gesloopt. De goederen-trein reed toen nog tweemaal per dag. Op 1 juni 1973 reed de laatste officiële trein.

Van 1974 tot 1982 reed de Stichting Stoomtrein Tilburg-Turnhout (SSTT) met toeristische stoomtreinritten van Tilburg tot de grens en terug. Het was op 29 juli 1974 dat locomotief 3737 met zijn passagierswagons klaar stond om richting Turnhout te vertrekken en de mensen massaal toestroomden.


De trein rijdt net voorbij het dorp Alphen, richting Baarle-Nassau. Koeien rennen door de wei en de locomotief stoot dikke rookwolken uit.


Rijtuigen met passagiers die in grote getale uit het raam hingen en de rook van de locomotief opsnoven.


De trein kronkelde zich door het landschap, passeerde dorpen, reed door landerijen en bossen.


Bij een spoorwegovergang ontstond regelmatig een oponthoud. Men hield de trein staande om een kolonne auto’s te laten passeren.


Bels Lijntje – In 1865 is men begonnen met de aanleg van deze spoorlijn, waarna de lijn in 1867 in gebruik werd genomen.


Links is het seinwachtershuisje zichtbaar, waarvan de bewoners de was buiten hangen pal naast de spoorlijn.


De trein verdwijnt langzaam uit het zicht. De rookpluim hangt nog boven de 8 rijtuigen die de loc 3737 voorttrekt.


De trein arriveert in Baarle-Hertog waar vroeger douanefaciliteiten gestationeerd waren.


De spoorwegwachter woonde met zijn gezin bij een spoorwegovergang en had de taak de overweg te beveiligen en de wagons te rangeren. Hier zien we seinwachtershuisje nummer 8 waar vroeger familie Reijnders heeft gewoond. Het staat tussen Tilburg en Riel ter hoogte van de wijk de Blaak.


De trein stopte bij het zelfgebouwde perron van Camping-landgoed Schaluinen. Passagiers stapten hier in en uit om een kijkje te nemen.


De locomotief en wagons werden in de hoofdwerkplaats van de spoorwegen in Tilburg onderhouden. Dat gebeurde onder andere in de locomotiefhal (lochal) en de wagenmakerij. Olie, vet en soms resten van brandende kolen werden zichtbaar als de locomotief voor onderhoud was gestationeerd.


Om de trein te verlaten of in te gaan moest men 3 treden omlaag of omhoog. Dit was vooral lastig voor ouderen en ouders met kleine kinderen.


De rijtuigen konden door Loc3737 zowel getrokken als geduwd worden. Hier zien we de koppeling waarbij de locomotief de rijtuigen duwt.


De conducteur werkte als vrijwilliger op de toeristentrein om de reizigers te begeleiden. Het fluitje hangt om zijn nek en op zijn pet staan de letters SSTT van de stichting.


Als de trein eenmaal gestopt was, gingen de passagiers aan beide zijden naar buiten. Ook de belangstellenden liepen langs de trein om de rijtuigen te bewonderen.


Ook onderweg stond de trein wel eens stil. Passagiers gingen dan gewoon even naar buiten om een luchtje te scheppen.


De stoker gooide nog eens wat extra kolen op het vuur. Via metertjes hield hij de druk in de ketel in de gaten.


Een monteur verwijdert hier de lampen van de locomotief. Dit gebeurde bij de locomotiefhal bij de hoofdwerkplaats van de spoorwegen in Tilburg, nu spoorzone genoemd.

In 1986 werden de rails en bielzen vanaf Turnhout tot aan de grens opgebroken en in 1989 werd over deze bedding een fietspad aangelegd.

Met dank aan Jan van Oevelen voor deze prachtige foto’s!